Weer zo'n dag die halverwege vastloopt. Het ene wil wel en het andere eigenlijk ook best wel, maar van het een naar het ander wil het niet. Ik voelde het wegglippen binnenrollend over de oprit. En dan nog iets sentimenteels krijgen ook. Hoe is zo iets simpels als het oprijden van de inrit door de jaren heen veranderd. De eerste keer was het spannend, verwachtingsvol. Wat later prettig, geruststellend en uitnodigend. Heel even is het 'thuis komen' geweest. Weer wat later was het kort de weg naar waar ik niet (meer) heen wilde. Daarna was het lange tijd de weg naar waar ik weg wilde. Vanochtend, de diesel voortrollend in z'n een, was het de weg naar wat het ooit had kunnen worden, maar er nooit van is gekomen. Bloem. Knop. Knak.
Dan druk naar mate de meters vorderen een steeds groter gewicht op mijn denk- en beleveningswereld. Een benauwende bezigheid. Muren die op je af komen en geen uitgang te bekennen.Gelukkig trok de auto automatisch zijn pad en mij mee. Dwars door alle tegenwerpingen en dwarse bomen heen. Nu zit ik er en wil maar één ding en dat is wèg! De wortel, die me nu al een paar maanden voor mijn neus wordt gehouden, maakt het geheel d'r niet makkelijker op. Ook zonder erin te bijten proef ik 'm. Maar ook zonder te proeven, weet ik, dat ie naar meer zal smaken. Weg, weg, weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten