Zeventig jaar op een alm leven. 's Zomers èn 's winters. Drie-en-negentig worden en je niet zozeer druk maken over de dood, maar om het verlies van je zelfstandigheid. Afhankelijkheid van anderen na een levenlang alleen afhankelijk te zijn geweest van de nukken van het weer en diverse malen aan de dood te zijn ontsnapt. Om dan na een slok bier in de armen van je verpleger het hier voor het namaals te verruilen, lijkt me dan weer niet verkeerd.
Het is een generatie met een ongekende taaiheid. Volgens mij moet je ellende in je leven meemaken en doorkomen om de dood zolang buiten de deur te kunnen houden. Wat dat betreft geloof ik niet zo, dat de gemiddelde leeftijd maar blijft stijgen. Met mijn generatie is toch een soort verweking ingetreden, als je het mij vraagt. Heerlijk dat ik nooit zoiets als oorlog heb hoeven mee te maken, maar als je ziet waar de gemiddelde Westerse mens zich tegenwoordig druk om maakt, dan heeft dat toch veel weg van niet meer weten, waar je je werkelijk mee bezig zou moeten houden. Mensen in het welvarende deel van de wereld zijn watjes geworden, luxe-paardjes die nauwelijks meer tegen een stootje kunnen, niet fysiek maar ook niet psychisch.
Dan mag de medische wetenschap naar ongekende hoogtes gestegen zijn en nog stijgende zijn, maar het geldt meer en meer enkel in een volledige gestuurde en gecontroleerde omgeving, waarin alles meer en meer van een kleinere groep mensen en steeds gespecialiseerdere middelen afhankelijk is. Een akelig vernauwende eenzijdigheid. Steeds sterieler, steeds fragieler. Straks alles elektrisch en digitaal. Eén kleine storing, een domino-effect en de gevolgen zijn nauwelijks voorstelbaar. Dan ben je blij, als je nog weet hoe een kat te slachten ipv zeuren over genderneutraliteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten