Meneer Obbema, de Vk jounalist, die er niet meer geweest was, als hij z'n hartstilstand niet in bed naast z'n alerte vrouw had gekregen, maar ergens alleen, zoals onlangs ene Lotte Wolf is overkomen. Nog geen 35, een van Nederlands top-sommeliers. Ken het mens verder niet, maar dood op je 35ste gun je niemand. Zeker niet zo klaboem en dan nog in je eentje ook. Maar meneer Obbema heeft meer geluk gehad en na een heel verhaal in de Vk en een interview over de reacties daarop is hij nu een interviewserie gestart over de zin van het leven of iets in die richting. Ik zou niet op het idee zijn gekomen en was het idee wel boven komen drijven, dan had ik het gevoeglijk weer ondergedompeld, maar ieder zijn meug.
Vandaag iets met een filosofe, sorry filosoof. Nooit van gehoord, maakt niet uit. Het kind, want zo ziet ze eruit op de VK-foto, maar toch 38, zegt wel wat aardige zaken:
Valt er aan de hand van al die betekenissen iets over ons leven als geheel te zeggen?
‘Ik denk niet dat je het in iets overkoepelend zinvols moet zoeken. Je kunt niet zeggen: ‘Ah, nu heb ik het bereikt.’ Het is niet dat je aan het einde een sticker krijgt, omdat je het goed hebt gedaan in het licht van een bepaald doel. Er is geen norm of criterium. Nee, this is it. Dat is niet iets om treurig over te zijn. Want er zit veel rijkdom in het leven zelf, veel om gelukkig over te zijn. En dan bedoel ik vooral onze verbondenheid met anderen. We zijn allemaal ploeteraars die er wat van proberen te maken. Iedereen heeft zijn angsten, zijn worstelingen, zijn onhandigheden, zijn kwetsbaarheid. Het heeft in mijn ogen ook iets hebberigs een overkoepelende betekenis te willen. Alsof die geweldige rijkdom aan genot, sensaties en ervaringen van verbondenheid die het leven biedt niet genoeg is, maar ook nog ergens goed voor zou moeten zijn.’
Wat betekent dat inzicht voor ons leven?
‘Voor mij is het gebrek aan een hoger doel een overrompelend inzicht. Maar ook een appèl: het geeft vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid. We kunnen er zelf wat van maken, maar we moeten er ook wat van maken. We kunnen ervoor kiezen te geloven in antwoorden van anderen, maar ook dat blijft je eigen keuze. Sartre heeft eens gezegd: ‘We zijn gedoemd tot vrijheid.’ Natuurlijk is die relatief en zijn we op allerlei manieren bepaald: we kunnen niet ontsnappen aan ons lichaam of aan onze culturele gemeenschap. En onze mogelijkheden verschillen enorm, afhankelijk van waar we toevallig worden geboren. Maar toch, we zijn ook vrij.’
(...)
Zou je tevreden kunnen zijn wanneer je leven nu ten einde komt?
‘Ik zou het in ieder geval verschrikkelijk vinden. Mijn eigen sterfelijkheid onderdruk ik doorgaans. Maar af en toe sta ik er wel bij stil. De dood is heel krachtig om je te helpen bij de vraag: doe ik de dingen die ik wil doen? Een wijsheid die ik mooi vind, is: How you spend your days is how you spend your life. Ik zit dagen achter de computer, uren en uren, terwijl mijn vriend bij bosbeheer zit en redelijk veel buiten is. Wanneer hij een dag buiten heeft gelopen en ik weer een dag achter de computer heb gezeten, denk ik: ‘Hij heeft het toch wel beter voor elkaar dan ik.’
‘We jagen onszelf vaak op met voorwaarden voor geluk, toch weer dat sticker-idee. Dat zijn vaak illusies. In de wetenschappelijke wereld bijvoorbeeld is een vaste baan heel lastig. ‘Als ik die maar heb, dan ben ik veel ontspannener’, is zo’n illusie. Of: ‘Als ik maar een relatie heb dan ben ik gelukkig.’ Alsof er dan een vaste, permanente toestand intreedt. Maar zo zit het leven niet in elkaar. Het is het ene moment zo en het volgende moment weer anders. We blijven ploeteraars.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten