Hoofd, lijf, het houdt allemaal niet over. Of ik daar de kater nog van kan betichten? Volgens mij niet. Zo spetterend gaat de afgelopen tijd niet. Merk dat ik wegzak in wat je met een groot woord lethargie zou kunnen noemen. Niet de ziekelijke slaapzucht maar wel dufheid en mentale inertie oftewel een beetje erg sloom en inactief. Helaas een zichzelf versterkend mechanisme. Ik mag oppassen dat ik me er niet aan overgeef, dan is de winter verloren.
Teveel kleine dingen blijven liggen, weinig externe stimulans, geen van die kleine, zo noodzakelijke succesjes, die helpen om er de vaart in te houden. Per saldo zit meer tegen dan mee. Tijd voor een stevige greep in het nekvel. De zweep erover. Lijstjes maken. Blik op oneindig, verstand op nul en werken aan het afstrepen. Mezelf in de benen houden en niet toestaan, dat ik me nestel in een hoekje. De motivatie om mijn bed uit te komen was vanochtend twijfelachtig. Dat heet een teken aan de wand te zijn.
Niet met een glaasje port voor de open haard in gedachten verzinken, maar je inpakken en naar buiten. 10.000 passen maken. Zo begint dat dus. Misschien handig om eerst ff te bepalen wat de doelstelling is? Wil ik (lekker) leven of wil ik vooral niet doodgaan?? De mens mag uitkijken, dat ie straks niet eerst alles uitstelt tot na z'n pensioen en vervolgens zijn energie verspilt aan het uit de handen blijven van de dood. Het kan niet anders dan dat 'genieten' over een paar generaties een heel ander betekenis heeft dan nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten