Intrataal

 Kun je morgen op eigen gelegenheid op het werk komen?
 Ja, acht uur.
 Wat?
 Om acht uur moet ik er morgen zijn.
 Dat was de vrg niet.
 Wat dan?
 Kun je er om acht uur zijn zonder dat ik het ben, die je brengt?
 's Middags kom ik met iemand anders terug.
 Dat is een antwoord op een niet-gestelde vrg.
 's Morgen?
 Ja, acht uur is 's morgens.
 Oooo, moet ik uitzoeken.
 Doe dat.
 (Pakt de telefoon)
 Mag straks ook.
 Wanneer wil je het weten?
 Voor achten morgenvroeg.
 Dat is te vroeg om te bellen.
 Niet het bellen, maar het resultaat.
 O ja.
 Doe trouwens maar voordat ik ga slapen.
 Vanavond?
 Ik slaap zelden op andere tijdstippen.
 Je bedoelt dan te bellen?
 Neeeeeee, bellen kun je vanmiddag.
 Liever nu, anders vergeet ik het.
 Ga je gang. We zijn er.
 Wacht ff.
 Waarop?
 Op het bellen van een paar mensen.
 Ja, doeiii. Vertel het me straks maar.
 En als nou .......
 (Auto rijdt weg)