Het gistingsvat staat vrolijk bellen te bubbelen in een aardig tempo. Geen schuimspuwend waterslot. Gewoon netjes en gecontroleerd. 'Zoals het hoort' wil ik dan zeggen, maar dat slaat nergens op. Het is prettig, dat het niet zo'n zooi wordt, maar wat d'ruit moet, moet er uit. Het ging vorig jaar qua onstuimigheid van het gistproces mis met de rode wijn en een vergelijk kan ik daar pas over een week maken. Die staan nog in de week.
Het voelt goed aan voor wat het waard is. Zo'n natuurlijk proces, waar je weinig aan hoeft te doen, is toch zoiets als een cadeautje. Net als bij een hoop andere vanzelfsprekende handelingen dan wel weetjes, vrg ik me met regelmaat af hoe de mens daar toe gekomen is. In dit geval heb je druiven. Die kun je gewoon eten. Iemand moet er ooit sap van hebben geperst en dat sap hebben laten 'bederven', de fles of vat niet weggegooid maar gewoon vergeten en nvvt gezien hebben, dat de oplossing (weer) helder is geworden en de verleiding niet hebben kunnen weerstaan om toch eens te proeven. Èn vol verbazing geconstateerd, dat het spulletje d'r in feite op vooruit is gegaan.
Zo moet er een hoop oorspronkelijk van toevalligheden afhankelijk zijn geweest. Neem bijv. ook het maken van kaas. Het verfijnen van het proces is een heel andere kant. Dat is een aaneenrijging van bewuste handelingen. Weliswaar met vallen en opstaan, trial and error, maar toch. Wat wordt er tegenwoordig nog 'uitgevonden' op etensvlak? Behalve het bij elkaar mieteren van die meest tegenstrijdige smaken en alles in 20 verschillende smaakvariëteiten aanbieden, kan ik zo snel niets bedenken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten