Beter, droog weer, het weiland achter de tuin gemaaid en ik splits Mariana een keer de ochtendronde van de honden in de maag. Zien wanneer ik dan echt wakker word. Nu wordt het steeds iets vroeger, nog ff en ik zit op mijn oude vier uur slaap per nacht. Dat lijkt me niet nastrevenswaardig. Ik streef er zelfs niet naar. Toch krimpt het aantal slaapuren gestaag.
Vóór achten na de honden aan de koffie heeft wel wat. Het geeft je een royaal gevoel van tijd. Daarvoor loop je dan de hele dag met het idee rond, dat je ieder moment in slaap kunt vallen. Is het niet echt. Bovendien begint dan een mallemolen te draaien. Klopt dit wel? Is er iets mis? Etc. Dat is het verschil tussen mijn geworstel met de dood en dat van de hoofdpersoon van Kayser. Voor hem is het een zeer waarschijnlijke zekerheid. Voor mij is het de mogelijkheid van een overval. Waar hij probeert af te sluiten, probeer ik te vermijden wat er ws niet is.
Neemt niet weg, dat we met een hoop gedachten dichtbij elkaar zitten:
"Als je je eenmaal realiseert dat je nog maar weinig toekomst hebt omdat de ouderdom komt aansloffen met een karrenvracht aan gebreken, wordt je verleden dan belangrijker? Ga je dan, omdat er weinig meer te bereiken valt, als het ware een beetje met je rug naar de toekomst staan en meer en meer in het verleden wonen? In de hoop dat je verleden wat voorstelt? Wordt het motto dan alleen nog: Dit is wat we hebben, hiervan moeten we maar houden? "
Geen opmerkingen:
Een reactie posten