Het stuk nu al een paar keer gelezen in de hoop er een paar pakkende statements uit te destilleren, maar de antwoorden in het interview zijn dermate gecomprimeerd dat alsnog hele lappen tekst gekopieerd zou moeten worden. Natuurlijk kan gewoon de link maar linken blijven niet noodzakelijkerwijs eeuwig bestaan. Er zijn mensen en instanties die soms opruimen, bewust of gewoon standaard. Maar alsnog een poging. Het betreft een interview met Hans Teeuwen in de Nwe Revu over vrijheid van een jaar geleden, maar daarom niet minder actueel: 'Vrijheid is belangrijker dan gekwetste gevoelens'.
‘De eerste keer dat ik ging nadenken over de vrijheid van meningsuiting en hoe fragiel die is, kwam door twee incidenten met de Hells Angels in de jaren 90.(...)Artistieke vrijheid en persvrijheid werden door een klein clubje aan de motorlaars gelapt. Ik geloof niet dat het ooit de ambitie van de Hells Angels was om Nederland te gaan regeren, maar op het moment dat het doodstil blijft als je zoiets flikt, realiseer je je wel hoe effectief de dreiging van geweld is als je mensen het zwijgen op wil leggen.’
‘Het geeft een besef over de vrijheid van meningsuiting. Dat er een zekere mate van moed voor nodig is om onder intimidatie uit te komen. De moed van de eenling, die het aandurft om een onderwerp op te werpen of een grap te maken, maar niet weet of iedereen zijn stap naar voren zal volgen, of dat hij daar alleen komt te staan. In de wind. Op zulke momenten vind ik dat de solidariteit van mensen die gewoon, zonder geweld en zonder bedreigingen, een debat willen voeren, zichtbaar moet worden.’
‘Als je geen talent hebt om vrijheid in te vullen, heb je er ook niet zoveel behoefte aan. Dan heb je liever structuur.’
‘Het cliché-idee wat er de afgelopen decennia bij heel veel mensen is ingestampt, is dat wij als westerlingen een morele schuld hebben bij met name Afrika en het Midden-Oosten, plekken waar veel immigranten vandaan komen. Dat maakt dat veel mensen het domweg ongepast lijken te vinden om welke eis dan ook te stellen aan iemand die uit zo’n gebied hiernaartoe komt.’
‘Internet is heel verfrissend. Het is ongezond als mensen te lang onaantastbaar zijn, dan worden ze lui, gaan ze hun macht en invloed als iets vanzelfsprekends zien. Internet is voor links moeilijker geweest dan voor rechts. De conservatieven hadden de jaren 60 en 70 al over zich heen gehad, die kenden hun plek al. Maar dat er ineens een blogje verschijnt waarop Freek de Jonge wordt bespot, dat was echt nieuw. Die omkering zagen ze niet aankomen. Maar dat er behoefte aan was, is wel evident.’
‘Je ziet nu dus dat er aan de stoelpoten van het internet wordt gezaagd. Het nieuwe is er af, het is niet meer onontgonnen, geen Wilde Westen meer. Maar om meerdere redenen, zoals bijvoorbeeld auteursrechten, is het wel logisch en misschien ook wel noodzakelijk dat er regulering wordt toegepast. Maar daarbij moet de vrijheid van meningsuiting wel bewaard blijven. Niet dat overheden en een paar grote bedrijven alsnog gaan bepalen wat wel en vooral niet is toegestaan op het vrije internet.’
‘Het spannende aan het internet, was het nieuwe. Het was onontgonnen. Het internet ging van onbezonnen ontwapening naar een bijna agressief vrijzinnige puberteit, maar nu zit het in een soort adolescente fase waarin er ook een enorme grotemensenwereld achter schuil blijkt te gaan, met economische verleidingen en politieke belangen en misschien zelfs wel de morele verantwoordelijkheden die alle jeugdige onbezonnenheid overal vanaf strippen.’
‘Rekening houden met gevoelens is natuurlijk prima bij mensen onder de zestien, maar daarna mogen gekwetste gevoelens toch nooit meer gelden als argument om iets wel of niet te zeggen? Je moet ervan uitgaan dat je gesprekspartner in staat is om met woorden uit te drukken wat hij of zij vindt. Op het moment dat ik iets zeg waarvan de ander zegt “dat kwetst mij heel erg”, dan wil ik weten waarom. Als er dan geen goed antwoord komt, zie ik geen enkele reden om mezelf te censureren.’
‘Door dat schuldgevoel is het al moeilijk voor ons om te zeggen dat we een samenleving waarin mannen en vrouwen gelijk zijn beter vinden dan een samenleving waarin mannen en vrouwen dat niet zijn. Want wie denken wij wel dat we zijn? Dat lijkt heel nobel, maar het is laf, conflictvermijdend. Soms is vermeende tolerantie gewoon een excuus om de confrontatie niet aan te hoeven gaan. Maar de beste manier om die aan te gaan, is om erover te praten. Gedachten uitwisselen en je standpunten voor het voetlicht brengen, hoe gevoelig ook. Helaas is het inmiddels zo ziek geworden dat niet degene die geweld gebruikt verantwoordelijk wordt gehouden, maar degene die een confronterend statement maakt.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten