zaterdag 11 april 2015

Paasnacht

 In de aanloop naar Pasen zes weken lang je vanalles ontzeggen, ken ik wel van vroeger. Dan had je een snoepspaarpot. Een twee of misschien wel drie liter inmaak-, of moet ik weckglas zeggen? Al die zes weken ging het snoep, wat je kreeg, in de pot. Je kreeg dus niet gewoon geen snoep maar, sterker nog, het werd een soort wedstrijd, wie de pot het volst kreeg. Van onthouding naar een krachtmeting in verzamelwoede. Een verzameling die de Pasen bovendien zelden overleefde.

 Maar om nou vijf weken lang een hoop te ratsoeneren en in de laatste week daar nog een paar scheppen bovenop te doen qua geen vlees, vis, melk, kaas of eieren èn dan een paaswake, of hoe je dat ook moet noemen, op touw zetten, die van middernacht tot ergens na vieren in de ochtend duurt, vind ik, met de drieheren-missen uit de Roomse versie van het geloof in gedachte , knap veel gevraagd.

 Niks mis met nachtelijke activiteiten. De orginele nachtmis met Kerstmis, die om een uur of vier in de ochtend begon, heb ik altijd op een prettige manier in gedachten gehouden. Al komt dat goede gevoel waarschijnlijk van de cadeau's, die na het aansluitende ontbijt direct verdeeld werden. Maar waar de meeste mensen met de kippen op stok gaan, ineens verlangen dat je wakker blijft tot de haan zo ongeveer begint te kraaien, is echt van het ene in het andere uiterste schieten. Gelukkig ben ik niet orthodox ....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten