Dat was een van die dingen, die je eigenlijk wel weet, maar die je niks zeggen, tot je de eerste stap hebt gemaakt. Maar dat was niet, wat me overviel. Al lopend, helaas en ook weer niet, gaat het op de heenweg enkel berg op, stijg je langzaam boven de bebouwing van het dorp uit. Het is afwisselend steiler en minder steil, delen die geaccentueerd worden door de afwisseling van gras- en akkerland. Overal schapenkeutels want die trekken er dagelijkse in kuddes overheen.
Naarmate je hoger komt wordt je blikveld wijdser en krijg je een steeds mooier, haast spectaculair zicht op de besneeuwde toppen van de Karpaten. De lelijke flats van Agnita verscholen achter een heuvel, het blauwe waterpompstation helaas niet en nog verder weg een soort antenne. En dan ineens besef je, wat je al dagen gemist hebt: de stilte. Ik heb me in het gras laten zakken en de doorzichtige wolken in de verder strak blauwe lucht aan mijn oog voorbij laten trekken. Rust! Geen mensen. Geen verstoorzenders. Enkel wat week klinkend geblaf in de verte. Heerlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten