Vandaag had een select dozijn van 's werelds meest na-gekwijlde lingerie-modellen zonder die laatste stukjes overbodig textiel om me heen kunnen huppelen, het had mijn lijf niet in beweging gekregen. Was ik gedwongen geweest om het vakkundig fileren van een soortgenot te moeten moeten aanschouwen, ik had het verveeld weggewuift. Niet alleen de wereld was me teveel, het gold ook voor mezelf.
De hele dag heeft er een glaswand tussen mijn registratievermogen en de waarneembare werkelijkheid gezeten. Zelfs tussen mij en mezelf. Niks raakte me zonder zelf verdwaasd te zijn. Geen maatjes met mezelf vandaag. Eigenlijk niet eens contact. Rondgelopen alsof ik uit de dood was teruggekeerd en niemand notie van me nam, me waarschijnlijk niet eens zag.
En dan de fout maken om in de grootst mogelijk grote hypermarché terecht te komen, waar ik maar zelden kom en als, dan voor één van de aanpalende winkeltjes, nooit de supermarkt zelf. Nee, ik liep de vervreemding gewoon naar binnen en heb me daar bijna een uur lopen vergapen met mijn handen in de zakken, onderwijl proberen te beseffen, dat deze extreemste vorm van consumatisme normaal is voor de massa mensen, die er, in wat toch een crises heet te zijn, rondloopt en hun winkelwagens volplempen. Het deed me ff denken aan de A1 terminal van Charles de Gaulle, maar dan volgestouwd met boordevolle winkelrekken. Dit heeft met een hoop te maken, maar niets uit te staan met normaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten