vrijdag 21 maart 2014

Aantrekken

 Vraag me alweer dagen af hoe het mogelijk is om je ergens op je gemak of op je plek te voelen, als je de taal nauwelijks verstaat, absoluut niet kunt lezen en slechter spreekt dan eenTurk Chinees. Waar je bewegingsvrijheid beperkt is tot busvervoer en iedere aanschaf gepaard gaat met handen en voetenwerk en zelden oplevert, wat je feitelijk wilt. Toch is het aangenaam toeven. Heeft de omgeving iets lieflijks, uitnodigends en zelfs onschuldigs. Of word ik bij de neus genomen?

 Misschien is het wel haat en liefde in optima forma. Alles heeft een vervelende en aantrekkelijke kant. Burenhulp cq bemoeizucht. Gemeenschapszin versus sociale controle. Het simpele van het leven afgezet tegen de zoektocht, waar een beetje wens je al snel toe dwingt. Het improvisatietalent tegenover de irritatie van alles laten liggen tot het laatste moment. Het is downgraden en onthaasten over de gehele linie inclusief de terreinen, waarop je er geen behoefte aan hebt.

 Maar de werkelijke aantrekkingskracht zit 'm waarschijnlijk in de nog aanwezige noodzaak om het leven voor elkaar te boksen ipv in alle overdadige luxe te lopen klagen over alles wat anders zou moeten zijn en anderen, vooral anderen beter zouden kunnen doen. Geen doorgeschotenheid. Geen bestaan waarin decadente trekjes alledaagse kost en geen uitzondering zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten