Daar liep ze met haar nieuwe koffer op wieltjes, verliet het platteland en gooide de toekomst open. Niet alleen de hare maar ook de mijne. Over vier uur in Parijs en nog een uur of vier later bijna in Utrecht. Voor mijn gevoel een terug-naar-af maar daar dacht zij anders over. Zoals ze de afgelopen maanden ineens over een hoop dingen anders dacht of in elk geval anders probeerde te denken.
De deur van het stationsgebouw sloot achter haar, ik startte de auto en reed weg. Geen uitzwaaien, geen afscheid. We hadden inmiddels al zo vaak in zoveel varianten afscheid van elkaar genomen. Ik kon het nauwelijks nog serieus nemen. Ik verliet het dorp en sloeg de weg in naar huis. Ik zag haar wachten op de trein, die haar zou wegvoeren uit het land, waar ze mij mee naar toe had gesleept. De gedachten lieten het rijden over aan de ingesleten automatismen en dwaalden af naar de weken, maanden, jaren die we samen hadden doorgebracht.
Ze ging in Utrecht opzoek naar tijdelijke woonruimte, werk en zichzelf. De afspraak was, dat ik de voorbereidingen voor het seizoen zou afhandelen en zij voor de aankomst van de eerste vakantiegasten zou terugkeren. Het voorstel had voor mij niks gehad wat in de buurt van aantrekkelijk kwam. Ik was de eeuwige discussie over de centen al een tijd zat en zag de zin er niet van in om daarvoor ook nog toneel te gaan spelen.. De boel stond te koop en als het een beetje mee zou zitten, was dit het laatste seizoen in alle betekenissen van het woord. "Geen kamers, alleen de huisjes" was de pleister, die ik koos voor mijn wond.
Zonder het in de gaten te hebben gehad, draaide ik de oprit op en reed de honderden meters onverharde weg richting de vakantiehuisjes. De blik, het uitzicht, de ruimte heeft voor mij niks verloren van de kracht, waarmee het toesloeg toen we in de auto van de makelaar voor het eerst deze weg opreden. Niks is veranderd en toch is alles anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten