Je ligt op een hagelwit zandstrand. Niet op de door de zee tot gruis vermalen schelpen en koraalresten maar op een teak-houten stretcher met en matrasdikke bekleding in natuurlijk verantwoorde katoenkleuren. Parasol boven je kop, wifi op vol vermogen, een bak verse, gesneden vruchten naast je en een heerlijk koel glas volle witte wijn in je handen. Laat dan die zon maar schijnen, ondergaan of desnoods opkomen.
Water rolt af en aan. Het geluid van een paar verdwaalde vogels. Een groep dolfijnen speelt luidruchtig een eind verderop in het water. De 'drukte' van het eiland heb je achter je gelaten. Je zit een paar honderd meter verderop op de buitenrand van het zoveelste atol in een atol. De 'roomservice' heeft uitvoerig geïnformeerd naar eet- en drinkwensen, voordat de zandbank per boot werd aangestuurd.
Helemaal niks. Niks moeten. In feite zelfs niks kunnen. Een bijzondere ervaring. Het doet me denken aan de momenten, waarop ik voor mijn gevoel in een soort 'niets' weg zak. Overgave, maar uit keuze.
Na ik weet niet hoeveel uren, sla ik mij boek dicht op de eerste pagina, drink mijn glas leeg, geef een teken aan de service, dat ze alles mogen wegruimen, loop de lagune in en zwem terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten