Maandag. Een grijs en nat begin van de week. De binnenplaats is dank de vervanging van de afvoerpijp één grote kleiïge modderbende. Mijn ergernis kan zich van binnen naar buiten richten. Maar niet doen. Gewoon zoveel mogelijk binnen blijven. Meer dan genoeg te doen. Eerst maar weer eens aan de afwas. Da's alweer een week of twee geleden. Bijna ouderwets. Daarna verder met de opruimen en plekjes zoeken en waar nodig klussen. Vier weken verstand op nul en blik op oneindig en d'r zou eindlijk iets van resultaat zichtbaar moeten zijn, als je terug inzoomt.
Maar liefst van al zou ik terug in bed willen kruipen. Moe ben ik. Of het nou de in- dan wel de ontspanning is, weet ik niet, maar het valt wel op, dat iedere keer als het qua motivatie en tevredenheid beter gaat, ik me redelijk gesloopt voel.
Ook het slapen verandert. Droomdrukke nachten, opgedeeld in blokken van twee uur. Niks geen uren wakker liggen. Omdraaien en direct door met de volgende droomsessie. Terugkerende thema's zijn vrouwen, wachten en zoeken. Meestal in grote gezelschappen, zelden of nooit alleen. Bijna te banaal voor een droomthema. Directe inbreng blijft een probleem.
Afwas dus, met uitzicht op de hoofdstraat van het dorp. De kamer, die in de meeste huizen hier gereserveerd is voor bijzondere gelegenheden, mn het opbaren van een gestorven bewoner. Emmeren over de regen en dan dorpsgenoten voorbij zien hobbelen met paard en wagen, zonder afdak of paraplu. Nee, ik hoef niet alles te ondergaan, maar het maakt, toch dat ik anders in de auto stap en met regelmaat mensen oppik van hier naar Agnita of retour.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten