Onvoorstelbare vanzelfsprekendheid. Zonder overeenkomsten geen begrip. De dood in de empathische pot. Eindelijk een punt achter al dat onzinnige gelul. Een einde aan het pseudo-begripvolle gezemel. Je kunt je goudoverladen, haremomringd en culinair volgestouwd geen beeld maken van het leven in de goot aan de rand van wat men graag beschaving noemt. O ja, dat plaatje, liggend in je eigen kots dank verlossende drank van de vorige avond, dat lukt nog wel. Een eenmalig print zonder waar vandaan noch een verder in welke richting. Een momentopname, en dan?
Al eens geprobeerd? Leven op straat? Ik wel. Ooit ergens in mijn verre verleden met mijn stomme kop 14 dagen volgehouden in Parijs. En? Nou weinig 'en'. Een soort tussen de wal en het schip in. Te vies voor de toeristen en te netjes voor de clochards. Het ene uiterste verlaten en het andere niet kunnen (of was het willen?) bereiken.
Nu is het me wel gelukt en laten we blij zijn dat het resultaat slecht overdrachtelijk is, maar de kloof is er niet minder om. D'r valt niemand iets te verwijten maar in de afgelopen jaren is een hoop tussen het schip en de wal verloren gegaan. Het is een open deur en ik ben niet de eerste die ze passeert. Tegenslag mag niet te lang duren want daar is een mens (gelukkig) niet op ingesteld. Mocht het onverhoops toch langer dan gewenst voortduren dan scheidt de beleving zich snel van hen die aan het spel zijn overgeleverd en zij die vanaf de tribune soms een blik op het gebeuren gooien.
Het spel is niet spannend. Het verloop is niet interessant. Het enige wat telt is de afloop. Wie is het die daar in welke toestand na alle verwikkelingen richting de tribunes klimt? Het is een ander dan die begon en nu gezien wordt maar het duurt waarschijnlijk jaren voor dat de toeschouwer dat beseft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten