Vloekend en tierend rukte hij aan het kapmes, maar het ding gaf geen millimeter mee. Na ruim een uur zwoegen en zweten bewoog hij al minutenlang bijna op de tast. Het daglicht was gaande hij vorderde langzaam maar zeker buitengesloten door de steeds, maar dichter wordende begroeiing. Hij was het een beetje zat en nu zat het kapmes ook nog muurvast in iets dat aanvoelde als hout. Een houten vlak, geen boom.
Moe van het rukken en trekken tastte hij af, wat hem de wegversperde. Het gat in de bramen en wilde rozen had maar de omvang van een klein venster en de stekels maakte het vrijwel onmogelijk om ver naar welke kant dan ook te reiken. Wat hij voelde, leken wel naden. Stond hij voor een omheining? Of misschien wel voor een deur of poort?
"Mooi", dacht hij en gaf weer een venijnige ruk aan het mes. Eindelijk voelde hij iets van beweging, maar het ding zat duidelijk niet in een pakje boter. Het kostte nog enige wrikken en toen kon hij eindelijk de doorgang in de haag vergroten. Als het een deur was dan eentje van groot formaat. Waarschijnlijk geen omheining, want anders had de eigenaar wel erg veel geld te veel gehad, gezien het eikenhout waar hij voor stond. Maar ja, er gingen de meest wilde verhalen rond over deze plek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten