Regen
is geen zegen.
Het is een ramp
en bezorgt me kramp.
Één kleine verandering van de omstandigheden en al de resterende zwakke plekken worden blootgelegd. Acceptabel als de zon schijnt. Nu valt er niks te omzeilen en valt het koud (en nat) op mijn dak en daken. Je zou me net zo goed een rottende kat voor mijn toeter kunnen houden. De reactie zou redelijk met de huidige overeenstemmen.
Een haast pijnlijk gejammer, helemaal uit mijn tenen omhooggekropen, kronkelt door mijn lijf. Ik wijk achteruit en krimp kermend van afkeer in elkaar in een hoekje. Overdrachtelijk dan, want anders zou het te belachelijk voor woorden zijn. Maar de stap naar achteren was er onwillekeurig wel. Nu diep ademhalen en hupsakee ... het diepe in. Eens moest het d'r van komen, dat wist ik. Het zou zo mooi zijn geweest als uitstel werkelijk tot afstel had geleid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten