dinsdag 2 april 2013

I Salari

 Zachtjes schuurden wat takjes over het venster van de slaapkamer. De slaap speelde een spelletje met me. Ik negeerde mijn interesse in slapen en concentreerde me op andere zaken. Het raam stond wagenwijd open. Het was weer een nacht waarop de temperatuur slapen alleen mogelijk maakt als je anderhalve hectare bos omgekapt hebt en van uitputting blij ben, dat je je matras haalt. Het hanteren van een penvervangend toetsenbord levert bij lange na niet zo’n radeloos moe lijf op en biedt je de gelegenheid om ook de nachtelijke uren produktief te besteden. Mijn gedachten dwaalden snel af, trachtten zich nog even vast te klampen aan de schurende takjes van de laurier maar verdwenen uiteindelijk in het niets, de vrijheid, de nacht.

 Ik zat niet beneden achter de laptop maar lag op de eerste verdieping in bed en keek gedachtenloos door het openstaande raam naar buiten. Ongeveer de helft van het raam werd gevuld door de nachtelijk sterrenhemel. Glinsterende sterren aan een hemel die op geen enkel manier op kunstmatige wijze werd bijgelicht. Het duurt even, nadat ik het licht naast het bed heb uitgemaakt, maar dan ontrolt zich een blik op het universum, waar je alleen maar koud en stil van kunt worden. Vanuit de cockpit van menig denkbeeldige sterrenstelsel-hopper kan het beeld nauwelijks mooier zijn.

 Het beeld leek te zakken en de omlijsting van het raam helemaal te vullen. Ook in de onderste helft van het raam waren inmiddels lichtpuntjes zichtbaar. Ik stond op en liep naar het raam en keek naar buiten in de veronderstelling dat me een streek werd geleverd door mijn ogen. Beneden aan de voet van het huis was het regelmatig terugkerende schouwelspel te zien van de vuurvliegjes. Een gekrioel van kleine groengele lichtpuntjes die zich verplaatsen of doofden en opnieuw oplichten. Maar dat was niet wat ik had gezien.

 De onderste helf van het raam wordt vanuit het bed gevuld met de helling aan de overkant van het dal. Hemelsbreed gauw 1,5 tot 2 kilometer verderop. Een afstand waarop de lichtgevende activiteit van de vuurvliegjes in het niet verdwijnt. Toch zag ik ook nu weer lichtjes aan de overkant en in tegenstelling tot de sterren bewogen de lichtjes langzaam, zwevend door de avond. Lichtjes leken soms kleiner te worden en te verdwijnen of aan kracht te winnen en zich in een glijdende beweging af te zetten. Ik kon er geen touw aan vastknopen. Te goed zichtbaar voor vuurvliegjes, te klein voor lantarens en bovendien lig daar aan de overkant een groot kerkhof. Wat valt daar midden in de nacht te beleven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten