vrijdag 8 juni 2012

Blurp

 Je voelt het haast aankomen en ziet het in elk geval gebeuren. Na een eerste aanvankelijk acceptatie van de ongewenste tegenslag draai je alsnog het aanpakken van de oplossing de rug toe, schuift tenminste alle denkbare alternatieven tussen dat wat moet en wat je doet. Ongeacht of het positief of negatief is, waarbij gezegd moet dat op een moment als dit bijna alles een positieve glans heeft. Iets negatiefs of verkeerds kan in feite alleen maar, als ik bewust dingen de vernieling in zou jagen. En waarom zou ik dat? Alles gaat hier vanzelf al de vernieling in, daar hoef ik weinig aan te doen. Sterker nog, ik kan het niet tegenhouden. Zou ik de aftakeling willen vertragen, zou ik dag en nacht in de weer moeten zijn met dingen, die me na al die jaren nog steeds tegen de haren in weten te strijken.

 Ik schiet niet meer in de stress, val niet in de bereidwillig aanwezige put, maar de afkeer van wat moet is nog steeds aanwezig. Minder fysiek, makkelijker manipuleerbaar maar het blijft iedere keer moeite kosten. Alles blijft iedere dag opnieuw een extra aanzet nodig hebben. Steeds weer dat duwtje, nou ja, die duw, dat eindeloos noodzakelijke pushen van mezelf. Zonder gaat het niet. Het ‘vanzelf’ vertoeft in een andere wereld.

 Sinds begin 2006 vecht ik tegen de bierkaai, mijn eigen bierkaai. Toen Yoland ineens, ondanks de prachtige vooruitzichten door de aanpassingen in huisje 5, de handdoek uit het niets in de ring gooide en aansluitend voor geen rede meer vatbaar was. Toen is iets geknakt. Inmiddels ruim 6 jaar geleden. Dat ik hier nu nog steeds zit, is voor mij steeds vaker nauwelijks te bevatten. In feite leef ik inmiddels in twee volstrekt verschillende werelden, die door de omstandigheden gedwongen samen door één deur en verder moeten.

 Na al die jaren overheerst nog steeds het “Ik wil niet meer, niet op deze manier!” De teleurstelling over de eenzijdige streep door zorgvuldig gemaakte afspraken. Het besef afgerekend te worden op iets wat je nooit hebt gewild, maar waar je je uiteindelijk toe hebt laten verleiden. Door schande en schande nauwelijks wijzer geworden en nog steeds die overgevoelige plek, waar je je na 25 jaar weer eenzelfde bult bent gevallen.

 Zie de boel maar opgeruimd te krijgen. Precies daar gaat het mis tov het eerste debacle. Het leven past niet meer in een rugzak en ook de je nog resterende tijd mist de geruststellende ruimte om je te overtuigen dat “het wel weer goed komt”. Het is meer een situatie van nu-of-nooit en dat terwijl de omstandigheden je steviger in een houdgreep hebben dan Anton Geesink ooit had gekund. Ja, ik word oud. Dat kun je uit de referenties afleiden.

 Allemaal afschuwelijk fout en zinloos achterafgelul en dat het op deze manier zo gemakkelijk de revue passeert, schildert de stemming en het gemak waarmee al die ragfijne nuances soms verdwijnen in één grote grijze brei. Himmelhoch jautzend, zum Tode betrübt. Gisteravond, vandaag! Genieten en jammeren, beide bezigheden zijn niet van nuances gediend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten