zondag 12 februari 2012

I Salari

 Nadat de zon achter de westelijke bergkam was verdwenen, ben ik op het balkon blijven zitten. De parasol, vrolijk maar zinloos boven me uitgeklapt, draait piepend mee met de lichte avondbries. Steeds een klein stukje tegen de klok in om in een pauze van de luchtstroom weer terug te piepen naar de uitgangspositie. Een weinig regelmatige maar geruststellende beweging waarvan het geluid ten onder gaat in het oorverdovende concert van de krekels, dat in golven tot me doordringt.

 Op de zeldzame momenten waarop ik mijn aandacht ergens op richt, zoals om de fles te pakken en mezelf een glas in te schenken, knal ik tegen die mediterane geluidsmuur aan. Met dat ik terugzink in de stoel, sluiten mijn zintuigen de ene na de andere deur, verliezen de oren het interesse aan de krekels, kijken mijn ogen naar het langzaam in de duisternis verdwijnende dal zonder iets te zien en schieten mijn gedachten de ruimte in. Midden in de oplevende natuur, die op alle manieren geniet van de zakkende temperatuur, is het stilte wat me omsluit.

 Mijn gedachten genieten van hun vrijheid en compenseren mijn fysiek onvermogen. Ik zit hier nu al bijna vier weken. Kwam gisteren op mijn bijna dagelijks gang naar het dorp de huidige eigenaresse met haar zuster tegen. Het beeld was een déja vu. De grijze krullen, de nylon schortjurken en hun pantoffels … als twee druppels water de beide gezusters van jaren geleden. Ik heb hen gevraagd of ze de komende weken nog andere huurders hadden. Toen ze begrepen wat ik bedoelde schudden ze simultaan hun hoofd. Terwijl hun dubbele kinnen nog nadeinden vroegen ze haast opgewekt of ik dan misschien wat langer wilde blijven. Het uitblijven van een prompte ontkenning werd enthousiast als bevestiging ontvangen, waarop ik meegebabbeld werd naar hun keuken.

 Drie uur later liep ik terug naar I Salari. Buik vol, lichtelijke aangeschoten en blij dat ik voorlopig nog niet met vertrekken bezig hoef te zijn, hoewel ik nog steeds geen ja of nee had geantwoord, maar daar was me dan ook niks meer gevraagd. Het gesprek ging voort alsof ik net aangekomen was en we elkaar een jaar of wat niet gezien hadden, maar dat het de komende weken heel anders zou zijn. Iedere tweede zin bevatte een uitnodiging, iedere borrel een bevestiging. Overdadige gastvrijheid die iedere poging om de stroom met bedankjes te stoppen zonder pardon aan de kant schoof. Koffie, koek, koffie, borrel, wijn, pasta, meer wijn, pasta, nog meer wijn, koffie, ijs, koffie, borrel en nog een borrel. Er was geen ontkomen aan. Zonder de spagetti-schotel, die op vanzelfsprekende wijze tussen de conversatie tot stand kwam, was ik er waarschijnlijk niet meer weggekomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten