(17/11/2008) Tijdens de ronde met de honden, die heerlijk was en me voor de zoveelste keer liet merken wat voor bijzondere plek dit toch is, de hele situatie nog weer door mijn hoofd laten gaan. Deels is het mijn fout, omdat ik in eerste instantie niet te beroerd ben om iemand in zijn of haar wensen tegemoet te komen. Er komt echter (helaas!) altijd een moment, waarop blijkt dat die ander niet van ophouden weet en grenzen worden overschreden, het evenwicht uit balans raakt. Zo ook nu.
Net als een half lege bal ben ik redelijk kneedbaar, maar naar mate de druk, die wordt uitgeoefend, ontstaat een overeenkomstige weerstand. Het ‘nemen’ moet kortom in evenwicht blijven met het ‘geven’. Ik ben het niet die zich moet afvragen of ik wel wil samenleven. Dit vraag is duidelijk beantwoord. Het is aan die ander zich af te vragen of ze haar leven met mij kan delen zonder overal haar zin in te krijgen. Het is en blijft, in de situatie zoals die er nu ligt, simpelweg mijn huis en daarin laat ik mij niet de wet voorschrijven, zoals ik me dat trouwens ook niet in mijn leven laat doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten