Een kater? Kun je het zo noemen. Na het genot van gewenste heerlijkheden en een berg gezelligheid zit je de andere dag met een onwillig lijf en een stuurloze geest. Waarom heb ik dit nooit eerder kunnen snappen? Of was het willen? Altijd het geschakel verweten aan de de plek, de terugkeer of het hernemen van de slepende routines. En vast speelt dat element zijn partijtje mee, maar het is absoluut niet de eerste viool.
Ik kan goed tegen alleen zijn. Mezelf altijd als een soort kluizenaar gezien qua mensen en sociaal contact. Ik vrees echter dat het beheersen van de vaardigheid niks zegt over de wens eraan overgeleverd te zijn. Het tempo waarin en de heftigheid waarmee vandaag de deksel op mijn neus keilde, heeft op onvoorbereide wijze verstopte paden schoon geveegd. Wat mij iedere keer en vandaag in meervoudige veelvoud zo koud op mijn dak valt, is de omschakeling tussen mensen-contact-praten-nabijheid-gezelligheid-uitwisseling en wat al niet meer zij naar het volledige anders: gras, honden, stilte, groen, ruimte en mezelf.... Au.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten