Afkicken of doorgaan, punten zetten of nog een eindje doorbreien ... Wat gaat het worden? Het hing natuurlijk overduidelijk in de lucht, maar ik wilde en wil het niet zien ... Weer vorm veranderen, over de zoveelste boeg en weer de vraag "Tot hoe ver?". Waar is de grens? Tot hoever til je de sluier op? Gaan we tot op het bot? Hoppa, de naakte waarheid? Qua naaktheid was dat 25 jaar geleden een stuk interessanter dan nu. Al zeg ik het zelf.
Het probleem is, dat zoiets natuurlijk prachtig klinkt, maar *gaap, gaap* saai is. Op het moment dat je de deuren opengooit, is de spanning verdwenen. Het gaat niet om mooier maken, maar wel om anders kijken en dat wil ik blijven doen.
Ik slaap, eet, zit bij tijd en wijle op de pot, sleur met regelmaat een boodschappenkar door de supermarkt, hang soms in de kroeg, run een huishouden al is dat het mijne en doe meer van dat soort volstrekt niet-poëtische zaken. Misschien is er iets prozaïsch van te brouwen maar daar ben ik te nuchter voor.
Kortom ik ploeter en het gist in me en ik kan daar vooralsnog geen kant mee op. Het is een beetje als het weer de afgelopen dagen. Gemiddeld genomen heb ik vier seizoenen per dag. Het is een achtbaan, waar nog aan gebouwd wordt, terwijl je al in volle vaart onderweg bent. Spannend maar eigenlijk knap kl*te.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten